Anna Maria van Schurman (1607-1678) groeide op in betere kringen. Ze hield zich bezig met borduren, tekenen, schilderen, graveren en musiceren. Toen haar vader merkte hoe intelligent ze was, leerde hij haar Latijn, de taal van de wetenschap. Nadat Anna in 1636, het oprichtingsjaar van de Utrechtse universiteit, zich erover beklaagde dat vrouwen waren buitengesloten, werd ze bij hoge uitzondering toegelaten.
Ruim 200 jaar later
Daarmee was ze de eerste vrouwelijke student in Utrecht. Pas in 1871 was Aletta Jacobs in Groningen de tweede.