Alchemisten zagen een sterke band tussen de kosmos en de aarde: zo boven, zo beneden. De - toen bekende - hemellichamen in ons zonnestelsel - zon, maan, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus - oefenden in hun visie invloed uit op metalen, mineralen en planten. Aan iedere planeet werden bepaalde krachten toegekend die in de corresponderende plant terug te vinden waren. Aan de hand van deze relatie kon een arts/alchemist de juiste plant vinden voor genezing van een bepaalde ziekte.
In de tuin groeien verschillende planten die een geneeskrachtige werking hebben, zoals goudsbloem (calendula, verbonden aan de zon), acanthus (maan), koortskruid (betonica officional-is - Mercurius), vrouwenmantel (alchemilla mollis - Venus), absint-alsem (artemisia absinthium - Mars), duizendblad (achillea millefolium - Jupiter) en alruin (mandragora - Saturnus).