In 1910 liet jonkvrouw Lita de Ranitz dit grote poppenhuis bouwen. De villa telt 6 kamers en laat het dagelijks leven zien in een Haagse villa aan het begin van de twintigste eeuw. Voor de meubeltjes en stoffen reisde de jonkvrouw heel Europa af. Best een kostbare hobby!
Zo'n poppenkast, of pronkkast, was dan ook niet bedoeld om mee te spelen, maar puur om mee te pronken! Als je goed kijkt zie je dat aan de muren miniatuurschilderijtjes van bekende kunstenaars hangen. Ook de echtgenoot van Lita, schilder Willem Bastiaan Tholen maar ook Jan Toorop en Paul Gabril kregen een plek.
Het poppenhuis is tegenwoordig het pronkstuk van het Haags Historisch Museum en een echte publiekslieveling.