Na 1566 begon Willem van Oranje een opstand tegen de Spaanse koning Filips II omdat hi het oneens was met diens beleid over kettervervolging, privileges en belastingen, want dat trof ook de gebieden waar Spanje over heerste, zoals de Nederlanden.
Propaganda
Oranje wilde behalve de elite vooral het volk meekrijgen in zijn verhaal en liet propaganda verspreiden. Hij benadrukte dat de koning en zijn adviseurs buitenlanders waren en veroordeelde de hertog van Alva, zijn plaatsvervanger, voor alle misstanden in de Nederlanden. Dit verhaal verscheen op schrift en op prenten en jaren later ook op schilderijen. Hier zie je de argumenten van Oranje. De duivelse hertog van Alva op een stoel, de executie van de graven Egmond en Horne en de geketende vrouwen op de voorgrond verbeelden het monddood maken van de Nederlandse gewesten.