De aardbeienteelt had in Aalsmeer zijn hoogtepunt rond 1880. Jonge vruchtbomen werden vrij ver uit elkaar gepoot. Door gebruik te maken van een onderteelt kon het land meer opbrengen. Aardbeien leenden zich hier goed voor. Destijds werden er in “koppen”, of in tienkopsmandjes aardbeien aangeboden.
Een kop is een oud-Nederlandse eenheid voor inhoud. Bij het instellen van het Nederlands metriek stelsel werd 1 kop gelijkgesteld aan 1 liter.