De Mysore-winde is een uitbundig groeiende klimplant, afkomstig uit de Nilgiri Hills in zuidelijk India. Het is een houtige altijdgroene soort die tot hetzelfde geslacht behoort als de bekende Suzanne-met-de-mooie-ogen, al zien de bloemen er heel anders uit: ze zijn tweezijdig symmetrisch en opvallend geel en rood gekleurd. De bloemen scheiden een zoete nectar af en zijn in streken waar ze buiten kunnen groeien aantrekkelijk voor kolibries en honingzuigers, vogels die ook alleen voorkomen in een warm klimaat. Ze staan in opvallende, lange, hangende trossen. De plant groeit bij ons alleen in de tropische kassen, en bloeit daar bijna het hele jaar. De langwerpige bladeren zijn niet opvallend, maar kunnen wel snel een groot oppervlak bedekken. De soort is vernoemd naar de Zweedse botanicus Carl Peter Thunberg (1743-1828), een leerling van Linnaeus, die de flora van Zuid-Afrika, Zuidoost-Aziƫ en Japan bestudeerde. De soortnaam mysorensis verwijst naar Mysore, het oude koninkrijk waarin de Nilgiri Hills liggen.