Op 10 mei 1940 vielen de Duitse troepen het neutrale Nederland binnen. Koningin Wilhelmina reageerde snel en veroordeelde de inval in scherpe bewoording. Het Duitse plan was om parachutisten te laten landen in de buurt van Den Haag, één van hun doelen was leden van de Nederlandse regering én het koningshuis gevangen te nemen. Dit mislukte, maar de dreiging bleef.
Op de vlucht
Op 12 mei 1940 vertrok het jonge gezin van Kroonprinses Juliana, bestaande uit haarzelf, Prins Bernhard en hun twee kinderen, de prinsesjes Beatrix en Irene, vanuit Paleis Noordeinde (Den Haag) om niet in handen van de Duitsers te vallen – in de bankwagen van de Nederlandsche Bank.
In vliegende vaart vervoerde de bankauto de familie naar IJmuiden. De familie ging uiteindelijk veilig aan boord van de Engelse torpedojager H.M.S. Codrington, die hen naar Engeland bracht.
Overhandigd
En de bankwagen, een Morris Commercial, werd in 1962 overgedragen aan Oorlogsmuseum Overloon. De chauffeur uit de meidagen van 1940, Theo Bergman, kwam de wagen overhandigen namens de Nederlandse bank. In 1972 kwam toen Koningin Juliana zelf een kijkje nemen.