Bij wijze van betaling werd in de oudheid lange tijd ruilhandel gedreven. De uitvinding van muntgeld markeert een belangrijke verandering in de geldgeschiedenis. De allereerste munten zijn geslagen in het Koninkrijk Lydië in het westen van het huidige Turkije.
Rivier en mijnen
De Lydiërs hadden hun rijkdom onder meer te danken aan de lokale rivier de Pactolus en aan de mijnen waaruit ze het edelmetaal elektrum haalden. Dit metaal is een in de natuur voorkomend mengsel van goud en zilver. Daarvan werden ook de eerste munten geslagen, zoals het exemplaar dat je hier ziet. Deze munt is geslagen tussen 610-546 v. Chr.
Leeuwenkop
Net zoals bij andere vroege munten is op deze munt slechts op een kant een voorstelling te zien, in dit geval een leeuwenkop. Op de keerzijde staat een afdruk van het keerzijdestempel. Deze was bedoeld om te voorkomen dat het klompje metaal weg zou schieten tijdens het slaan van de munt. Ongeveer een eeuw later volgden de Griekse stadstaten het voorbeeld van de Lydiërs en namen het slaan van munten over.
De munt is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het is een bruikleen van De Nederlandsche Bank en maakt onderdeel uit van de Nationale Numismatische Collectie.